Ode aan…
Nederigheid is een van de schoonste deugden naast nog enkele anderen. Vooral nu ben ik nederig wanneer ik mijn meerdere erken in iemand die schrijft naar mijn tand. Iemand waarin ik mijn schrijfstijl herken. Hij is veel beter, schrijft beroepshalve elke week columns, teksten enz. Zijn kundig versus kunstig brouwsel verschijnt elke week in CittA, de weekendbijlage van onze krant. Hij schrijft voor mij althans, verslavend.
Elke zaterdagochtend zet ik mij in weer en wind, buiten op een stoel naast onze brievenbus en wacht geduldig op de krantenman/vrouw. Zaterdag is de krantenman/vrouw sowieso wat later. Het is ook voor hen weekend. Wanneer hij/zij met de krant in de hand zich richting postbus begeeft moet ik echt moeite doen om de krant niet op een onbeleefde manier uit de hand te rukken en naar binnen te rennen. Ik beheers mij en zeg vriendelijk ‘goede morgen’. Mijn stoel blijft staan en ik ren naar binnen. Mijn aandacht is alleen nog toegespitst op CittA, het stadsmagazine bij de krant. Vroeger stond zijn bijdrage op de eerste binnenbladzijde. Nu heeft een andere columnist hem naar de voorlaatste bladzijde verdrongen. Het is die bladzijde die mijn eerste en volle aandacht krijgt.
Linksboven in cursief volgende tekst: Guillaume Van der Stighelen observeert wekelijks voor CittA de dingen en mensen die voorbijgaan in Antwerpen.
Ik laat je meegenieten van de column die hij deze week voor de lezer schreef.
Weg
Ik zal u zeggen wat er mis is met de mobiliteit. We moeten allemaal ergens naartoe. Wat we ook zoeken: daar waar we zijn, gaan we het nooit vinden. De school naast de deur kan nooit de goeie zijn, die aan de andere kant van de stad is beter. Een kapper die mijn haar begrijpt? Het moeten lukken dat die net in mijn buurt woont. Nee, daar moet voor gereden worden. Eens mens moet zich verplaatsen voor wat goed is. Kan niet anders. En moet een mens zich heel uitzonderlijk eens niet verplaatsen, wegens een vrije dag bijvoorbeeld, dan is de eerste vraag die gesteld wordt ’s ochtends: waar gaan wij vandaag naar toe? Het groen in? Haal de auto boven, want veel natuur is er in de stad niet te vinden. Of een bezoek aan tante Bea? Helaas, niet te bereiken met het openbaar vervoer, tenzij je graag drie keer overstapt en uren onderweg bent. De auto dan maar. Een mens is amper wakker of hij moet al op pad. Aan het ontbijt laaien de discussies al hoog op. Waar gaan we heen? De grote levensvraag van vandaag is niet: waar zijn we, maar wel: waar gaan we naartoe?
Vandaar mijn beslissing om hier en nu, in mijn eentje, te beginnen aan de oplossing voor die hele mobiliteitsknoop. Nu. Ik beweeg niet meer. Ik zit hier perfect. Rustig. Kopje thee. Uitstekende bediening. Laat de rest van de wereld maar door elkaar mieren op zoek naar beter. Laat ze maar in de file staan. Ik zit en ik zit goed. Ik heb mijn plek gevonden. Al heb ik er wel tram 3 moeten voor nemen.
Guillaume.

Heb ik gelijk of heb ik gelijk? Dit is toch meesterlijk geschreven. Pure eenvoud. Geen moeilijk woorden en recht voor de raap. Zonder mensen te kwetsen zegt hij de waarheid.  Bij een kopje thee. Daarom ben ik zijn fan. Niet alleen omwille van de thee maar vooral ook om zijn idee. Als hij straks met een actiegroep begint, ben ik de eerste om aan te sluiten. We voeren geen actie. We blijven gewoon thuis en zijn tevreden met wat er is. De tuin, de buurt, de straat, de overkant en mensen om ons heen. Nu maar hopen dat Guillaume niet komt aankloppen omdat ik zijn tekst heb gepubliceerd. Onder het mom van auteursrechten. Niet toch want hij stond in de bijlage van de krant die iedereen lezen kan. Guillaume ik zal je bij iedereen aanbevelen. Is dat een goede deal?
B’art
20 april 2019








Reacties

  1. Dag Bart,
    Weer een leuk verhaaltje en een mooie afwisseling om te lezen want ik ben momenteel bezig mijn humo-stapel korter te maken. Eindelijk vind ik daar nu de tijd voor want ik zit hier vanaf vandaag zeker 14 dagen in quarantaine in mijn studio want er is vermoeden van een bewoner met het corona-beest.
    Ik denk wel dat ik de oorzaak gevonden heb van dit onheil dat ons velt:
    het is, vermoed ik, een complot van de 'frietchinees'. Begonnen, zo gezegd in China, maar wie is er uiteindelijk beter van geworden ? Inderdaad: de frietchinees !
    Groetjes vanuit de bijzonder Stille Kempen !
    Monique

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts