Afscheid
De zomer sterft in de armen van de herfst en gaat van ons heen. Neemt afscheid.
Niet zonder zich nog eenmaal in
alle pracht te kleuren en dan haar kleed zachtjes neer te leggen. Te sterven en
stilletjes uit het leven te gaan.
Sterven of doodgaan kent geen
seizoenen, geen winter, geen lente, geen zomer, geen herfst.
Soms komt het sterven, doodgaan zo onverwachts, in
de vroege ochtend of de late avond of in de donkere nacht. Plots of heel
langzaam na een lang gedragen ziekte. Brutaal of omringd door zij die dierbaar
zijn. In de variatie van het leven is er ook die van de dood.
Het zijn je vader of moeder, man
of vrouw, kind of kleinkind, vriend of dichte buur. En ook die onbekende.
Er is die verwoestende storm in de
stilte. De stilte die er is en waarom men niet gevraagd heeft. Het gemis van
zoveel. De storm in jou en de onrust in de ongevraagde stilte.
Maar er is ook de stilte, die zwanger is van zoveel mooie herinneringen. Herinneringen die je deelt of
ook niet, en koestert in het diepst van jou. Herinneringen aan wat die andere
met jou deed en jij met hen.
In deze kille dagen waarin de
dagen korten en we op zoek zijn naar licht en warmte kleuren de begraafplaatsen
en denken en gedenken we hen die ons dierbaar zijn.
Laten wij elkaar dragen en
ver-dragen, omarmen, over de seizoenen heen met
die geliefde nog heel dicht om ons heen.
B’art
1 november 2019
Reacties
Een reactie posten