Er waren eens…
“Dat wens ik al mijn lezers toe,
een beestig, gezond, zonnig en gelukkig jaar zonder al te veel katers in of
buiten je bed.” Dit waren de laatste woorden in mijn laatste schrijverijtje dat
ik schreef op de eerste dag van het nieuwe jaar. Veelbelovend.
Vandaag zijn deze wensen wel
helemaal anders gekleurd en krijgen ze een heel andere betekenis.
Ik kan er niet onderuit, de druk
is te groot, ik moet. Als ik het niet doe word ik wellicht bekeken alsof ik niet
op deze aardbol vertoef. Doe ik het wel, dan ben ik de zoveelste in de rij die
er over schrijf en vrees ik niet gelezen te worden. Ik doe het toch op vraag en
met enige aandrang van buitenaf.
Er waren eens… zo begon vroeger
elk verhaaltje. Er waren eens vier Russen (virussen) op reis in Wuhan. Ze
slenterden over de openbare markt en verveelden zich stierlijk. Ze speelden een
spelletje om de tijd te doden. Vier maal vier is zestien. Zestien maal zestien
is tweehonderdzesenvijftig. Tweehonderdzesenvijftig maal
tweehonderdzesenvijftig is vijfenzestigduizend vijfhonderdzesendertig. En zo
gingen ze maar door. Wuhan werd te klein en ze verspreiden zich al snel met
miljoenen over de andere Chinese provincies. En ze bleven het spelletje verder
spelen. Er werd gehoest, geproest en gespeekt. Gesnoten en gesnuit. Alle
virussen vlogen eruit. Over de grenzen heen. En wij, wij genoten met z’n allen tijdens
de welverdiende krokusvakantie van volgepropte skioorden in Noord-Italië,
Oostenrijk, Tirol. Overbevolkte citytrips naar Barcelona, Rome, Madrid, Milaan.
En die virussen speelden deugdelijk hun spelletje. En wij begonnen ook te hoesten en te proesten,
te snotteren en te snuiven.
Met alle Chinezen maar niet met
den deze. Dat was wel buiten de waard gerekend. We zijn getroffen en delen in
de brokken. Corona doet met een ongeziene kracht alle voorjaarstormen in één
wenk vergeten. De veel te zachte winter verbleekt en de al te vroege lente
wordt niet gezien.
We worden overspoeld met
ongeziene maatregelen. De juiste? Dat kan alleen de toekomst uitwijzen. De kok
heeft zijn kookvuur gedoofd. De caféhouder zijn tap dichtgedraaid. Supermarkten
werden overspoeld. Heel even was er hamstergedrag. Winkelstraten zijn leeg.
Vreemd heel vreemd.
We moeten buigen en onze
menselijke kleinheid herkennen. De geschiedenis heeft het ons geleerd. We
rechten onze rug en zullen met schade en schande die vier Russen (virussen) wel
klein krijgen. Met de nodige solidariteit, vastberadenheid en verantwoordelijkheidszin
staan we straks opnieuw recht. Likken we onze wonden en wens ik jullie voor de
twee keer dit jaar een beestig, gezond, zonnig en gelukkig jaar zonder al te
veel katers in of buiten je bed en vooral zonder Corona.
P.S. De symptomen van de
Coronavirus zijn hoesten, snuiten, koorts maar geen diarree. Waarom dan al dat
papier in de kelder, garage of wc? Ik kan hopelijk bij een onverwacht tekort
bij mijn buren terecht voor een rol wc papier en pakje pasta of een zakje
rijst. Zo kan ik jullie verlossen van dat ietsje te veel.
B’ART
15 maart 2020
Beste B'art,
BeantwoordenVerwijderenLeuk verhaalt of vertaalt, hangt af van hoe je het bekijkt.
Ook ben ik blij te vernemen dat je gezien hebt dat je buren genoeg 'voorraad' hebben, dan kan ik in tijd van hoge nood ook misschien daar aankloppen, want ik heb het hamstergevoel ook nog niet meegemaakt.
Bedankt om de pen terug opgenomen te hebben, mocht ik niets te doen hebben, dan kan ik dit ten minste nog lezen.
Groeten
Lode
Dag Bart
BeantwoordenVerwijderenMooi, fijn om lezen!
Groeten
Daniel